Democratie en Vrijheid

Tegen het liberalisme

30 05 2025

Sinds mijn afstuderen in 2002 houd ik mij bezig met het analyseren van oorzaken van problemen. Rode lijn in mijn werk is die analyse van oorzaken vervolgens van onderop, samen met experts, te verwerken tot goede ideeën, met als doel praktische verbeterpunten voor het hier en nu te kunnen voorstellen - èn realiseren. 

De filosofie en meer in het bijzonder de filosofie zoals die wordt beoefend in het Franse taal- en cultuurgebied zijn daarbij voor mij een belangrijke inspiratiebron. In Frankrijk wordt namelijk, in tegenstelling tot in Nederland, op heel veel plekken in de media en daarbuiten, wèl het open gesprek aangegaan over problemen, met als doel om met elkaar een weldoordachte en objectieve zoektocht naar de oorzaak van die problemen, en ideeën om die problemen op te lossen, te ondernemen. 

Uiteraard is niet de hele Franse media een walhalla voor het denken, maar er zitten wel enkele pareltjes tussen. Hoewel we hier in Nederland, opvallend genoeg met name op rechts, ook interessante initiatieven hebben die los van de bestaande, met belastinggeld in de benen gehouden media, in plaats van staatsideologie verspreiden zelf probeert na te denken, is er in Frankrijk een veelvoud van dit soort initiatieven. En een belangrijk verschil, naast taal en cultuur, is dat het in Frankrijk ook een flink aantal sympathieke linkse initiatieven betreft. Voor zover het onderscheid tussen links en rechts natuurlijk enige relevantie heeft in de filosofie, die als het goed is een zoektocht naar waarheid en wijsheid is, in plaats van een zoektocht naar een bepaalde politieke oriëntatie. Of, om Albert Camus te parafraseren: 'Als de waarheid op links zit ben ik links en als de waarheid op rechts zit ben ik rechts'.

Denkers als Michel Onfray, Régis Debray, Pierre Vesperini en Alain de Benoist doen op het gebied van dat denken interessante dingen. Als je dat afzet tegen de fine fleur van Nederlandse denkers; Bas Haring, Ad Verbrugge of bijvoorbeeld een Stine Jenssen, dan kunnen we alleen maar constateren dat heel veel Nederlandse filosofie het huis tuin en keuken middeltjes niveau niet ontstijgt. En dat terwijl de filosofie, wanneer ze wordt toegepast in een open gesprek over oorzaken van problemen en ideeën om die problemen op te lossen, toch zo belangrijk is voor de gezondheid van onze geest - en dus van ons lichaam.

Ik ben bang dat dit te wijten is aan het opvallend lage niveau van onze denkers, die door de taalbarrière de hedendaagse Franse filosofie dan ook niet of nauwelijks kennen en zich dus enigszins noodgedwongen vrijwel uitsluitend richten op de Noord Europese cultuur, waar ik de Angelsaksische cultuur inclusief de Amerikaanse cultuur, voor zover we bij deze laatste van een cultuur kunnen spreken, voor het gemak even onder schaar. Deze eenzijdige focus zorgt er voor dat veel van onze zogenaamde filosofen uit gemakzucht en door hun ongeïnformeerheid, het nihilisme van het liberalisme en het Angelsaksisme omarmen. 

De essentie bij genoemde Franse filosofen daarentegen zit 'em in het bespreken van oude ideeën, en deze zó gebruiken dat ze toepasbaar worden in onze tijd. De Fransen hebben een interessante uitdrukking die daarmee samenhangt: le droit d'inventaire. Wat zoveel betekent als het recht om uit verschillende ideeën van goede denkers, die ideeën te kiezen die je het meest aanspreken; oftewel de ideeën die het best passen bij je eigen levensfilosofie. 

Zo kom je en passant tot de ontdekking dat er - ondanks alle technische vooruitgang - op het gebied van de filosofie sinds antieke tijden maar weinig is veranderd. De essentie van de filosofie tref je nog steeds aan in geschriften van de oude Grieken en Romeinen, welke laatsten vooral zorgden voor de zo belangrijke vertaling van de Griekse filosofie in het Latijn (een stelling van Pierre Vesperini is zelfs dat zonder de Romeinen de Griekse filosofie verloren zou zijn gegaan door de vernietigingsdrang van het Paulinische Christendom) - maar die in tegenstelling tot de Grieken bovendien uitblonken in de praktische toepassing van de filosofie. De gemiddelde Romein keek bij een filosofie eerst en vooral naar het praktisch nut ervan. 

Dat praktisch nut is best groot - en niet alleen voor onze gezondheid. Want als het waar is dat de filosofie helpt bij het oplossen van problemen, en als de hoofdthema's van de filosofie reeds zijn 'ontdekt' en behandeld door de oude Grieken, èn als de filosofie een liefde voor en een zoeken naar wijsheid is, dan is de antieke filosofie ook nu nog een onmisbare bron van kennis, wijsheid en inspiratie die kan helpen om problemen op te lossen; door oorzaken te onderzoeken en naar aanleiding van dat onderzoek ideeën te formuleren om problemen op te lossen.

Voor veel Nederlanders heeft de filosofie echter een slechte naam gekregen dankzij pompeuze denkers als Bas Haring en Ad Verbrugge. Die Nederlanders vinden filosofie al snel een nutteloze, te abstracte, 'negatieve', of te lange 'discussie'. En dat valt te begrijpen als je dankzij het enige filosofische programma op de Nederlandse TV; Het Filosofisch Kwintet, dat inmiddels onder de bezielende leiding van obscurantist pur sang Grunberg staat, voornamelijk filosofen van het niveau Bas Haring en Ad Verbrugge kent.

Maar ik ben van mening dat het in de Nederlandse cultuur vooral al snel te confronterend is om goede ideeën als oplossingen voor oorzaken van door jou omarmde of zelfs veroorzaakte problemen aan te moeten horen. Oplossingen waar je zelf immers al die jaren nog nooit aan gedacht had, of waar je jezelf vanwege een gebrek aan visie en lef al die jaren hartgrondig tegen verzette.

Die goede ideeën worden meestal liever weggestopt, opdat de eigen machtspositie niet in gevaar komt. Heb je namelijk zelf jarenlang - en misschien wel duur betaald - een belangrijke oorzaak van een probleem over het hoofd gezien, onder veel meer omdat je er nooit een open gesprek over durfde voeren, dan is het een hard gelag als iemand het waagt die oorzaak zomaar opeens op een presenteerblaadje aan te bieden. 

In Nederland gaan we in reactie daarop toch vaak eerst een 'pilot' starten, en nog veel liever gaan we eerst lange en uitgebreide sessies organiseren waarin we niet de problemen maar verrassend genoeg juist de ideeën die die problemen op zouden kunnen lossen onschadelijk proberen te maken; onder leiding van pompeuze beleidsmedewerkers, managers en directeuren die vooral slordig doordachte visies en weinig inspirerende monologen over ons uitstorten, of onder leiding van een coach die de problemen onschadelijk maakt door ze als een dompteur één voor één netjes in een hokje te plaatsen. 

Eén van de vele gevolgen van onze joods-christelijke cultuur is dat we niet op zoek durven gaan naar wijsheid en waarheid, omdat Adam en Eva volgens de Christelijke God niet van de boom van de kennis van goed en kwaad mochten eten.

En passant gaat bij een dergelijke rituele dans rondom de ongemakkelijke waarheid van oplossingen voor problemen vaak de essentie van het probleem verloren: zijn oorzaak. Die oorzaak wordt voordat ze ontdekt en ‘doorleeft’ wordt namelijk snel weggepraat met genoemde mistige visies en lange monologen, of in een hokje geplaatst met als belangrijkste doel: geen rimpeling in de vijver veroorzaken. 'Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg' is misschien wel de voor de Nederlandse cultuur meest kenmerkende uitspraak. Een uitspraak die vaak gebruikt wordt om op een goedbetaalde stoel te kunnen blijven zitten.

Ik pleit voor nieuwe kenmerkende uitspraken voor onze cultuur, zoals: 'durf oorzaken van problemen te onderzoeken en bespreken, en durf op te staan voor goede ideeën'. Want terwijl we uit alle macht ongemakkelijke waarheden en goede ideeën weg proberen te stoppen, stroomt het belastinggeld met miljarden tegelijk weg, zonder dat we enige verbetering zien voor de gewone Nederlander, die dientengevolge op de 'verkeerde' partijen gaat stemmen. 

Mijn nieuwste boek; 'democratie en vrijheid, tegen het liberalisme', geplande verschijningsdatum juli 2025, toont aan dat niet de gewone Nederlander en zijn stemgedrag het probleem is maar de liberale democratie waarin hij leeft.

Want ondertussen blijven wij toch een land van dominees, waar men liever preekt voor de kansel met de liberale bijbel als waarheid dan debatteert op een stoel met een opponent die ieder moment zomaar opeens een andere mening kan etaleren. In essentie is dit tevens het belangrijkste cultuurverschil met culturen rond de Middellandse Zee, waar de moed om met elkaar in gesprek te gaan en op beschaafde wijze van mening te verschillen - zonder door elkaar heen te gaan schreeuwen - nog wèl gewaardeerd wordt. 

Een romaanse cultuur die wel het intellectuele duel durft aan te gaan met de ander tegenover een Noord-Europese cultuur die onder het mom van tolerantie is ingesteld op het die ander vooral zoveel mogelijk 'vrij' laten om alles te zeggen - maar vanwege gevoeligheden de inhoud, dat wàt gezegd wordt, vervolgens negeert, zijn elkaars tegengestelden, en zorgen voor hele andere samenlevingen.

Als je de confrontatie met de ander en de oorzaken van problemen niet aan durft te gaan, laat je die ander en dus ook jezelf zwemmen in een zee van onduidelijkheid - en gevoeligheid. Want pas in het debat kan je je eigen denken en dat van de ander aanscherpen. En een debat stelt je bovendien in de gelegenheid om je gevoel aan te scherpen, te verbeteren en beheersen waar nodig, ten faveure van het logisch verstand en de verbetering van de levens van mensen.

Een goed debat betekent eigenlijk gewoon een goed gesprek tussen twee wijze mannen (of vrouwen), waarbij de twee opponenten elkaar nog ouderwets laten uitpraten. Want om een ander uit te laten praten moet je niet alleen goed kunnen nadenken en in staat zijn om de juiste woorden te kiezen om te voorkomen dat je verhaal slaapverwekkend en leeg wordt, je moet ook je gevoel kunnen beheersen, bijvoorbeeld wanneer de ander dingen zegt die confronterend zijn voor jouw filosofie. Een goed gesprek voeren is daarom vooral de kunst van het goed kunnen luisteren.

Mijn boek doet dan ook een pleidooi voor goed luisteren - en voor een cultuur die moed en een debat met open vizier waardeert. Een cultuur waarin we, net als de oude Grieken en Romeinen, weer de moed krijgen om dieper na te denken, en dat denken en onze gevoelens niet alleen te beheersen - maar ook te ontwikkelen. En dat op alle relevante onderwerpen waar problemen spelen. Zowel in het gezin; de samenleving in het klein, als in de samenleving in het groot. 

Want als we weer ècht gaan samenleven, betekent dat niet alleen dat we weer met elkaar in debat gaan om elkaar en onszelf te verbeteren, maar ook dat we vanaf de kleinste gemeenschap, het gezin, tot en met grotere gemeenschappen in dorp, stad, regio, provincies of land, of het nu een energie coöperatie is, een coöperatieve winkel, een coöperatieve volksbank of misschien wel een democratisch georganiseerde gemeente of bedrijf, weer aan echte politiek gaan doen, op oud Romeinse wijze - wat betekent goed luisteren naar het volk - en dus aan directe democratie met bindende referenda over de lastige overkoepelende thema’s. Een democratie mèt een confederale staat, zònder politieke partijen en mèt onafhankelijke kandidaten die imperatieve mandaten krijgen: en dus tussentijds democratisch weggestuurd kunnen worden bij wanprestatie. 

Een politiek die moedig is in de stijl van Cincinnatus of Cato de Oudere, en een politiek die weer naar het volk luistert zoals die oude tribuun van het volk; Gracchus, om de kracht van regio's en gemeenschappen te kunnen versterken - en het volk weer soeverein te maken. 

Na de eeuwenlange dictatuur van een kleine liberale oligarchie zou dat een mooi resultaat zijn van deze kleine odyssee tegen het nihilisme; als we door goed naar elkaar te luisteren weer creatieve dingen gaan realiseren die de gewone Nederlander meer open debat, meer echte democratie, meer vrijheid en meer geluk brengt. 

Laat de oorlog der ideeën dus maar beginnen.

 

J. Mekkes