De burger is dood, leve de burger!

02 06 2023

Tot de Franse revolutie werden koningen aangesteld als plaatsvervanger van God op aarde. Tijdens de Franse revolutie werden er maarliefst twee koningen vermoord; nadat de eerste koning, Louis XVI, onthoofd was, werd zijn zoon Louis XVII de nieuwe koning. Vandaar de uitspraak: “de koning is dood, leve de koning". En die nieuwe koning bleek geen lang leven beschoren, ook al was hij pas 7 jaar oud.

Louis XVII werd vanaf 1792 opgesloten in la Tour du Temple. Daar werd hij jarenlang zowel lichamelijk als geestelijk gemarteld. De bourgeoisie, zoals we de liberale elite vroeger noemden, probeerde de jonge koning tijdens zijn gevangenschap allerlei dingen te laten doen die in strijd waren met zijn goede opvoeding. Zo lieten ze hem onder veel meer bier drinken en schuttingtaal gebruiken, en ten tijde van de opstand in de Vendée vroeg één van de bewakers hem wat hij zou doen als de opstandelingen hem zouden komen bevrijden. De katholiek opgevoede jongen antwoordde: "ik zou je vergeven". Waarop zijn bewaker zei: "Ik zou je vermoorden".

Louis XVII stierf uiteindelijk aan tuberculose, na drie jaar mishandeling. Hij was toen tien jaar oud.

Hij stierf aan de eeuwige frustratie van de bourgeoisie met het feit dat ze wel geld heeft maar geen beschaving. Een frustratie die leidt tot de moordlust waar destijds een jonge koning aan stierf en waar in onze tijd mensen als Sanda Dia aan ten prooi vallen.

De genocide die dankzij Robespierre volgde op de opstand in de Vendée, kostte 100.000 Vendéens het leven. Desondanks is het een genocide die je nergens in de geschiedenisboekjes terug zult vinden. Al onze liberale ‘democratieën’ vinden namelijk hun oorsprong in de Jakobijnse versie van de Franse revolutie; de versie van Robespierre, en dergelijke feiten staan dan niet zo fraai in de geschiedenisboekjes.

De liberale elite houdt angstvallig stil dat er ook een Girondijnse versie van de revolutie was, met hoofdrollen voor Girondijnen als Charlotte Corday. De gewone burger zou anders zomaar een rode lijn met een vervelende nasmaak kunnen ontdekken.

Gelukkig leert iedereen op school wèl over de Duitse idealist Hegel die stelde dat om iets positiefs te bereiken altijd iets negatiefs nodig is. Vele dictators na hem hebben die filosofie gebruikt om hun genocides goed te praten.

De opstand, die door de Jakobijnen (die we tegenwoordig een centralistische, links-liberale politieke elite zouden noemen) een opstand van conservatieven en katholieken werd genoemd, was in werkelijkheid een opstand van Girondijnen; mensen die we tegenwoordig libertairen, aanhangers van een politiek van onderop zouden noemen. Met de genocide in de Vendée werd de Girondijnen, net als enkele decennia later tijdens het bloedig neerslaan van de Parijse commune, een grote klap toegediend.

De moord op twee koningen was behalve een afrekening met de adel ook een afrekening met 1500 jaar Christendom. Dat vermoorden van koningen bleek namelijk helemaal niet te leiden tot het neerstorten van de hemel op aarde. De macht van God was daarmee definitief gebroken - en met Louis XVII werd de mens vermoord. Opvoeding, afkomst, talent, ontwikkeling, moed en beschaving moesten vanaf zijn dood in 1795 wijken voor de macht van het geld van de bourgeoisie en, later, de liberale elite.

In Nederland is er sinds de Franse revolutie gelukkig weinig veranderd. Wij hebben nog steeds een koning, die overigens meer kenmerken heeft van een liberaal dan van een koning. En Willem Alexander is in Nederland nog steeds aangesteld door God. Het bewijs is de tekst ‘Bij de gratie Gods’ in alle door hem ondertekende wetten. En dat aangesteld zijn door God, of de hiërarchie (letterlijk: de macht van het heilige) geldt natuurlijk ook voor dat deel van de liberale elite dat de baantjes in onze democratie onder elkaar verdeelt. 

Zo zei Alexander Pechtold onlangs af te willen van de monarchie - maar wij weten wel beter. Alexander is immers zelf 'bij de gratie Gods', oftewel dankzij de macht van het heilige, directeur van het CBR geworden; geen burger heeft op hem kunnen stemmen.

Laat Alexander dus eerst maar eens zijn nek uitsteken voor echte democratie, met een gekozen burgemeester en echt democratisch gekozen volksvertegenwoordigers, bestuurders en directeuren en voor referenda op initiatief van de bevolking.

Dan laten we daarna de kiezer wel aan het woord. Een meerderheid van de Nederlanders stemt dan vast voor een republikeinse monarchie; met een gekozen staatshoofd - en tégen al die mooie baantjes voor een liberale elite zonder aanleg, talent, ontwikkeling of beschaving voor het leiden van anderen.

Nederland en België zijn de enige landen in Europa waar burgers hun burgemeester niet mogen kiezen en Nederland is één van de weinige landen waar burgers hun staatshoofd niet mogen kiezen. Onze burgemeesters, Thom de Graaf, de koning, de minister-president en andere zogenaamde vertegenwoordigers van het volk zullen de laatsten zijn om voor te stellen die vertegenwoordigers wèl te laten kiezen door een meerderheid van het volk. Ze zien de bui al hangen.

Ondertussen probeert de liberale elite, net als vroeger de bourgeoisie, de koning na te doen, door in de organisaties waar ze door geboorte, geld van hun vader en moeder of politieke vriendjes de dienst uitmaken, te doen alsof het allemaal zo heeft moeten zijn; vanwege de macht van het heilige.

Alsof het niet ook gewoon een optie was geweest om leiders van organisaties en landen democratisch te kiezen door alle werknemers of burgers, op basis van kwaliteiten zoals talent, kennis, ervaring, ontwikkeling en beschaving.

Het liberalisme hoort, net als de kleine liberale elite die haar als oplossing voor alles ziet, slechts de dienst uit te maken op de markt. In de rest van de samenleving moet een meerderheid van de Nederlanders bepalen wat er gebeurd en wie hen vertegenwoordigt - minderheden moeten weliswaar beschermd worden, maar mogen niet, zoals nu het geval, de dienst uitmaken in organisaties en het landsbestuur. 

Met de jonge Franse koning werd ook de mens vermoord, terwijl juist de welopgevoede en beschaafde burger het weer voor het zeggen moet krijgen in onze democratie. Door zijn opvoeding, zijn achtergrond (qua biografie en geografie), zijn talent en zijn ontwikkeling, zijn moed en zijn beschaving, in een  democratie van meerderheden.

Een democratie die niet van, voor en door een kleine liberale elite en haar gewiekste cliëntelisme is, maar van, voor en door het volk.

De burger is dood, leve de burger!

J. Mekkes

Deel je ideeën