Een beetje meer Dionysos graag
23 09 2024
Dat onze democratie in handen is van een kleine illiberale oligarchie, is nog tot daar aan toe. De onzichtbare hand van de heilige vrije markt, de ruisellement-theorie (of: trickle down theorie in goed Nederlands), die zonder enige basis in de feiten stelt dat wij allemaal beter zouden worden van een klein clubje superrijken dat steeds rijker wordt, het steeds verder liberaliseren van overheid en samenleving en het onophoudelijke uitkleden van sociale voorzieningen met oliedomme politieke besluiten gebaseerd op een geloof in het bestaan van een onzichtbare hand van de heilige vrije markt die alles wel voor ons zal oplossen, een idee waarvan na bijna twee eeuwen liberalisme inmiddels wel gezegd mag worden dat het niet aantoonbaar is in de werkelijkheid, is iets dat in een land waar de machthebbers denken dat de nihilistische Amerikaanse cultuur ons enige voorland kan zijn, weliswaar volstrekt troosteloos en leeg is, maar ook een rijdende trein die je niet kunt stoppen.
Maar je hoeft natuurlijk óók niet langs de kant te gaan staan zwaaien naar de voortdenderende leegte.
Wat namelijk wel echt zorgen baart is dat niet alleen politici van links tot rechts, maar ook een groot deel van wetenschap, kunst en cultuur in de ban is geraakt van een variant van pure ideologie; van een liberalisme dat vooral onvrijheid bevordert. Wetenschappers die, net als de gemiddelde politichien (een samenvoeging van de Franse woorden voor politicus en hond) eerst het één en vervolgens met droge ogen volstrekt het tegenovergestelde beweren, vaak zonder dat zelf goed en wel door te hebben, zelf ook beïnvloed door dezelfde ideologie als de politicus die continu en resoluut de verkeerde besluiten neemt; de als heilig veronderstelde vrije markt en een idealisme waarmee de werkelijkheid voortdurend onder het tapijt wordt geschoven. Ook in de wetenschap draait het immers om massa, kwantiteit en geld - en niet om kwaliteit - laat staan om waarheidsvinding - uitzonderingen daargelaten. Het is en blijft toch vooral de eigen ideologie - en dus vaak de eigen misvatting - die men op het obsessieve af probeert te bewijzen.
Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat wetenschappers zoals Jan Rotmans de politiek ooit luidkeels en met succes opriepen tot versnelling van de energietransitie met de denkfout die biomassa is.
De gevolgen voor bossen en luchtkwaliteit zijn - ook nu nog - desastreus.
Maar het ergste is denk ik nog wel dat willen verbeteren van de mens, terwijl ondertussen het eigen ego en het verlangen naar macht zodanig de boventoon voeren dat nègres (anonieme ‘ghostwriters’ in goed Nederlands) boeken schrijven over het belang van het omarmen van het één of andere concept - in het geval van Rotmans bijvoorbeeld het positieve van chaos - om even later doodleuk te waarschuwen voor datzelfde concept.
Chaos in plaats van feiten dus, die aangejaagd wordt door professoren aan universiteiten die - als ze al door hebben dat ook zij verstrikt zijn geraakt in de ideologie en het idealisme van een Paulinische variant van liberalisme - daar zeker niet minder hard door gaan roepen. In tegendeel. Het is opvallend hoe vaak juist wetenschappers, uiteraard in het Engels - hoog van de toren blazen over onderwerpen die niet op waarheid maar op ideologie berusten.
Een compagnon de route van deze ideologisch gedreven obsessie met het in de afgrond storten van de kudde is een andere bekende wetenschapper; levenslange giflobbyist Louise Fresco, die door collega’s als Rotmans zeer gewaardeerd wordt ‘omdat ze altijd zo genuanceerd is’, lees: voortdurend op ieder podium dat ze krijgt, rücksichtlos pleit voor industriële giflandbouw ten koste van land, lucht en water.
Als de taal, van politici en wetenschappers, een drager is van de cultuur, dan is onze cultuur onmiskenbaar steeds Angelsaksischer aan het worden - en dus op sterven na dood. En je hoeft de tv maar aan te zetten, of maar een schouwburg te bezoeken om te zien dat onze cultuursector nu niet bepaald de aangewezen partij is om weerstand te bieden tegen het Angelsaksisme. Want ook deze sector wordt - uiteraard - geleid door een klein clubje (neo)liberalen, die minder met kunst en cultuur dan met de eigen portemonnee hebben.
Het nihilisme van kunst, cultuur, politiek en wetenschap bereidt de weg voor; voor een heel aantal omwentelingen, naar een maatschappij die onder leiding van superrijken zoals Elon Musk nu al op zoek is naar technologische manieren om de mens zo te verbeteren dat die mens zèlf niet meer nodig is. Dit transhumanisme, dat moet uitmonden in het posthumanisme, is vooral een inhumanisme; dat, geïnspireerd door Rousseau’s nobele wilde, de Franse revolutie van de (Jakobijnse) bourgeoisie, de bierkellerputsch van de nazi’s en de Russische revolutie van een al even kleine en fascistische ‘voorhoede’ van bolsjewisten, de mens wil verbeteren, maar uiteindelijk de mens juist zal vernietigen, om in haar kudde-angst om ooit te moeten sterven op zoek te kunnen gaan naar een andere planeet; om ook daar haar doodsangst om te zetten in een zelfde onvrijheid en onbeschaafdheid als die waar ze op aarde symbool voor stond - om almaar meer geld te kunnen verdienen ten koste van ieder nieuw leven en ieder nieuw initiatief hier op aarde.
Kort samengevat: wij hebben een beetje minder Elon Musk, Mark Rutte, Emmanuel Macron en Ursula von der Leyen, een beetje minder Jan Rotmans en Louise Fresco en een beetje minder John de Mol nodig. Een beetje minder Apollo, en een beetje meer Dionysos, ofwel wat minder gebrek aan talent, ideologisch gedreven dogmatisme, jaloezie, haat en imperialisme, wat minder angst voor de dood en het slechte in de mens en wat meer beschaving, beheersing, lichtheid, joie de vivre, inzicht en gevoel.
Een beschaving die haar basis vindt in echte, sociale vrijheid, gelijke kansen (wat iets anders is dan het gelijkheidsdenken van woke, dat naast racialisme vooral egalitarisme is), transparantie, zelfsturing dankzij echte democratie - van onderop, van, voor en door het volk, en echt feminisme - een feminisme dat nog durft te zeggen dat iemand met een penis geen vrouw is, en dus …hebben we een strikte scheiding van kerk en staat nodig - ook en vooral op de universiteiten, hogere, middelbare en lagere scholen - en natuurlijk in de kunst en cultuursector. Zodat de priesters van op mythes gebaseerde ideologie in wetenschap, kunst en cultuur weer op zoek gaan naar de beschaving ...in zichzelf.
De politichiens volgen dan vanzelf, zoals het goede honden betaamt.
J. Mekkes