Eerlijke handel
Lezing voor Fair Trade Hilversum op de Dag van de Duurzaamheid 2015
10-10-2015
Goedemorgen. Mij is door Fair Trade Hilversum gevraagd jullie met mijn ervaring met Fair Trade te enthousiasmeren om ook Fair Trade te gaan inkopen.
Nu ga ik er vanuit dat mensen die hebben betaald om naar de dag van de duurzaamheid te komen niet meer overtuigd hoeven te worden dat onze handel eerlijker moet worden. Maar ik kan wel mijn best doen een aantal volgens mij voor Fair Trade interessante zaken met jullie te delen, om te kijken waar deze dag ons toe kan brengen: misschien wel tot echt duurzame, eerlijke handel in Hilversum, met steun van u, de geëngageerde Hilversummer.
Als ik kijk naar mijn eigen ervaring met Fair Trade, bijvoorbeeld in de verschillende bedrijfsrestaurants waar ik tijdens mijn diverse werkzaamheden heb gegeten, dan vallen mij twee dingen op. Fair Trade is niet altijd biologisch en inkopers hebben nog wel eens moeite met het voorschrijven van Fair Trade als harde eis. Ik herinner me bijvoorbeeld nog goed de rechtszaken die Douwe Egberts jarenlang voerde met overheden omdat zij het niet eens waren met Fair Trade als selectiemiddel bij overheidsaanbestedingen.
Om als organisatie ervoor te kiezen zoveel mogelijk Fair Trade producten te gaan verkopen – en te blijven verkopen – is daadkracht nodig. Zowel bij beslissers in overheid en bedrijfsleven als bij consumenten ontbreekt het nog wel eens aan die daadkracht om te kiezen voor Fair. Ik neem u voor een analyse van de kans die dit biedt om onszelf te verbeteren graag mee naar zowel de geschiedenis als de actualiteit – en zal proberen daar een begrijpelijk verband tussen te leggen.
Binnen de redenen om te kiezen voor Fair Trade inkoop kunnen we de geschiedenis niet ontkennen. Toch doen we dat vaak wel. We vragen onszelf momenteel bijvoorbeeld af waarom immigranten uit Afrika hier zijn, sommigen zeggen of denken dat het ‘net parasieten’ zijn.
Een economische vluchteling lijkt soms wel minder recht te hebben hier te zijn dan een vluchteling uit een oorlogsgebied. Als dieper denken not done wordt gaan we goedbeschouwd eigenlijk vreemde eisen stellen aan Nieuwe Nederlanders. Ze moeten, vaak getraumatiseerd, uit een oorlogsgebied komen waar ze niet naartoe terug kunnen zonder gevaar te lopen om te sterven, voordat ze al dan niet tijdelijk op dit stukje aarde dat we Nederland noemen, mogen verblijven.
Maar laten we stoppen onszelf voor de gek te houden: economische migranten, zeker die uit Afrika, komen en kwamen hier omdat ze op zoek zijn naar een beter leven, maar ook omdat wij, dat wil zeggen de staten die onze voorouders destijds zeiden te vertegenwoordigen, hun natuurlijke hulpbronnen op oneerlijke wijze exploiteerden. Misschien hebben die wel net zoveel recht hier te zijn als degenen die letterlijk voor hun leven moeten vluchten als gevolg van oorlogen. Honger en ziekte doden immers ook, net als oorlog.
Een ongemakkelijke waarheid. En een generalisatie, natuurlijk. Maar er is een reden voor iedere crisis, en zowel het uit naam van Europese staten gevoerde koloniale beleid als bijvoorbeeld ook onze neoliberale economische geloofssystemen en inmiddels op onderdelen zelfs op landen als Egypte achterlopende westerse democratische dogma’s zijn hier deels debet aan.
Fair Trade zou hier verandering in kunnen brengen, doordat mensen in staat worden gesteld een beter leven op te bouwen in eigen land, waardoor ze waarschijnlijk niet alleen niet meer willen vluchten naar Europa, maar zowel hun eigen land als ons land kunnen versterken met nieuwe inzichten over wat Fair Trade is, kan worden en kan bijdragen aan een bredere verbetering.
Over nieuwe inzichten gesproken, het bewijs dat Fair Trade ook betekent dat we in Afrika niet alleen komen brengen maar ook kunnen halen: Egypte is bijvoorbeeld ook het land waar ene Ibrahim Abouleish met levensgemeenschap en agrarisch productiebedrijf SEKEM een koploper van het eerste uur is in de productie van Fair en biologisch voedsel en producten als (thee)kruiden en katoen. En dat op een stuk grond dat vroeger dorre woestijn was, in een omgeving die door politieke en religieuze spanningen Sekem als lichtend voorbeeld kan gebruiken voor hoe het ook kan.
Door Fair Trade met onder meer dit soort levensgemeenschappen kunnen wij volgens mij niet alleen geld verdienen mèt een goed geweten, we kunnen ook laten zien dat visie en daadkracht kan leiden tot enorm krachtige ontwikkelingen die de vooruitgang naar een duurzamere maatschappij bespoedigen. En we kunnen hieraan zelf actief bijdragen; wat is er nu mooier dan dat?
Echte verbeteringen opsporen en implementeren lijkt echter soms wel niet het sterkste punt te zijn van ons Nederlanders. Zeker niet als we ook de status quo kunnen behouden of als we lastige besluiten moeten nemen. Na een tijdje kon de waarheid immers wel eens veranderd zijn.
Maar is het niet zo dat na dieper nadenken ‘de’ waarheid altijd veranderd? Volgens mij wel. Duurzame innovatie is in mijn visie een eeuwige evolutie naar een hoger beschavingsniveau, op alle gebieden. Dus niet alleen op duurzame, sociale handel oftewel Fair Trade, maar ook op gebieden als duurzame democratie en een duurzaam milieu. Besluiten durven nemen zonder flexibiliteit te verliezen voor een dynamische evolutie is dus het devies.
Om eens een concreet voorbeeld te noemen, vroeger kregen alle basisscholen in de omgeving waar ik vandaan kom, de zogenaamde schoolmelk. Fair Trade, want lokaal geproduceerd door boeren die daar – toen nog – een goede prijs voor kregen. Ik heb het zelf ook gedronken en kan me het enthousiaste en gezellige gevoel dat ontstond als de kratten met melkbekers werden binnengedragen nog goed herinneren. Samen eten of drinken schept een band en een leuke gezamenlijke herinnering. En daarnaast is melk natuurlijk gezond.
Waarom gaan we nu eigenlijk niet een stapje verder dan schoolmelk en zorgen we er in Hilversum gewoon voor dat alle scholen Fair Trade en biologisch voedsel en drinken serveren aan hun kinderen? Dat zou nog eens vooruitgang zijn! Schooldirecteuren die kiezen voor Fair Trade en biologisch als selectiecriterium bij hun inkoop, dat zijn pas koplopers, zoals dat volgens mij heet tegenwoordig. Naar zo’n school zou ik mijn kinderen wel willen sturen.
Ik heb mij eens verdiept in de historie van Hilversum. Wat mij opviel is dat Hilversum al eeuwenlang een koploper is, een vooruitstrevende gemeente. Van Erfgooiers tot cultuureducatie en gedurfde maar mooie architectuur, Hilversum lijkt altijd voorop te hebben gelopen, in het Gooi en in Nederland. Misschien kunnen we dus nu gezamenlijk de eerlijke handel eens bij de horens pakken.
Maar is de handel nu dan zo oneerlijk? In ieder geval geven we nog altijd vaak de korte termijn winst voorrang boven de kwaliteit van leven. Of dat nu de handel in voedsel, drinken en andere consumentenartikelen is, de gezondheidszorg, of de energierekening. Ik zou alle beslissers in Hilversum dus graag oproepen de wereld te verbeteren door bij zichzelf te beginnen: uw eigen inkoop dus.
Ikzelf probeer er in mijn werk ook altijd op te letten. In 2014 leverde ik als projectmanager een energieneutraal bedrijfsgebouw en ecologisch verantwoord openbaar park op voor de Provincie Zuid-Holland; de catering bij het feest ter gelegenheid van de opening werd op mijn verzoek gedaan door een chef-kok, de zogenaamde ‘Greenchef’, die Fair Trade en biologisch gewoon en vanzelfsprekend vond. Hij reisde heel Nederland af van evenement naar evenement, in 2014 bevond hij zich nog in een absolute niche markt met een grote vraag naar koplopers in Fair Trade en biologische catering – maar weinig aanbieders.
Een niche waarin hij gewoon een concurrerende prijs neerlegde, omdat hij behalve dat hij iets nieuws aanbood met Fair Trade biologisch, ook op andere gebieden voorliep op zijn concurrenten. Hij werkte bijvoorbeeld met een hecht en klein team, van mensen die alles uit pure passie voor eerlijke handel tot in de puntjes verzorgden; vanuit een achterbak van een bestelbusje, met prachtige duurzame kartonnen bekers, borden en bestek en andere materialen – en een prettige sociale werksfeer.
Maar ook toen mijn werk bij de Provincie Zuid-Holland erop zat koos ik ervoor om bij mijn afscheid een volledig Fair Trade biologisch assortiment van eten en drinken te bestellen bij een cateringbedrijfje om de hoek, bestaande uit twee jonge mensen, die gewoon een passie voor sociale handel en gezond en lekker eten hadden en met die focus ook weer een concurrerende prijs-kwaliteitverhouding konden aanbieden. En daarmee zichzelf konden bedruipen en ons een groot plezier deden met heerlijke versnaperingen die ook nog eens goed voor ons geweten waren.
Het is dus gewoon een kwestie van even scherp opletten en focus houden bij de inkoop. Dat geld voor zowel de consument als de organisatie die Fair Trade inkoopt. Maar eigenlijk ben ik stiekem van mening dat het ook wel gewoon een beetje een keuze voor of tegen de vooruitgang is.
Vooruitgang, ok, dat brengt de vraag op wat Fair Trade dan eigenlijk is? Is dat alleen eerlijk, of ook duurzaam? Natuurlijk allebei. Hoewel het Max Havelaar keurmerk in zeker opzicht inmiddels de concurrent is van het eko-keurmerk, is het denk ik duidelijk dat een product met Fair Trade keurmerk niet Fair is als het niet ook een keurmerk heeft dat zegt dat het product zonder dure kunstmatige, vervuilende en dus ongezonde hulpstoffen geproduceerd is.
Want een boer wat meer geld geven dat hij dan vervolgens nodig heeft om chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest te kopen terwijl dat aantoonbaar onnodig is; dat gaat er bij ons niet meer in natuurlijk. Hoewel ik in Wageningen gestudeerd heb: die Wageningse mantra werkt niet meer. Goed voor ons en goed voor de boer; voor ons beider gezondheid èn financiën. Want laten we wel wezen, kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen kosten ook geld, naast dat ze de grond vervuilen en daarmee zowel grond als boer uitputten. Wat maar weer bewijst dat duurzame innovatie leidt tot meer kwaliteit voor minder geld.
Producten die meer hechten aan een merknaam dan aan echte duurzame kwaliteit en die behalve aan chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest voor een zo groot mogelijke productie ook enorme bedragen uitgeven aan marketing zijn niet meer nodig in een wereld waarin we kiezen iets meer te betalen voor echte kwaliteit en iets minder voor het verkopen van lucht. En een deel van het uitgespaarde geld gebruiken voor gecontroleerd duurzame productieomstandigheden – en wat extra geld voor de producent in een vaak arm land.
Een producent die daardoor in de toekomst zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen net zoveel zal kunnen produceren als zijn collega’s in het rijke westen; dat bewijst een Amerikaans bedrijf als Whole Foods Market Inc, met toeleverende agrariërs die op grote schaal biologische producten verbouwen.
Zonder Fair Trade met andere landen worden niet alleen andere landen niet beter; wijzelf worden daar ook niet beter van. We hebben denk ik behoefte aan de kruisbestuiving die ontstaat wanneer we eerlijk met elkaar omgaan, elkaar kansen geven. Ook als dat betekent als we er in eerste instantie niet direct zelf op vooruit lijken te gaan.
Van Fair Trade wordt dus uiteindelijk iedereen beter, ook in Hilversum. En een vooruitstrevende gemeente durft natuurlijk voorop te lopen in de echt belangrijke keuzes; de keuzes die de evolutie naar een duurzame wereld versnellen.
Ik wens u een prettige voortzetting van deze dag van de duurzaamheid en dank u voor uw aandacht.
J. Mekkes