Lezing Platform NVO

6-06-2013

Hoe natuurlijker een waterloop, hoe eerder ze in staat zal zijn om het aangrenzende land te versterken in plaats van te bedreigen. 

Grote overstromingen afgewisseld door watertekorten hebben vaak direct of indirect hun oorsprong in het feit dat niet voldoende rekening werd gehouden met het watersysteem als geheel. 

Pas wanneer we het water in zijn geheel bekijken, met respect voor haar natuurlijke stroom, zal het water zich weer van haar schone kant laten zien. En schoon betekent naast zuiver, ook mooi. 

 

Amsterdam, 6 juni 2013 

Beste aanwezigen, 

Vandaag wil ik u iets vertellen over assetmanagement. U weet wel die term die momenteel nogal hot is wanneer men het heeft over beheer. Dat assetmanagement kan overigens gaan over onderwerpen variërend van het functioneel beheer van een computerprogramma tot het beheer van wegen of spoorwegen, maar dat terzijde. 

Ook voor het beheer van natuuroevers is goed assetmanagement belangrijk. Een voorbeeld waarom dat belangrijk is zal ik u proberen te geven door een vraag te stellen en te kijken met welke antwoorden u zelf komt. Wie van u kan mij bijvoorbeeld vertellen wie bij een gemiddeld waterschap bepaald hoe een willekeurige oever in een bepaald beheersgebied eruit ziet? 

Het is een beetje een strikvraag. Er is vrijwel geen waterschap, gemeente, provincie of andere water-beherende instantie te noemen waar men deze functie, die je zou kunnen omschrijven als assetmanager, echt bij 1 persoon heeft durven beleggen. De reden is wat ingewikkeld maar juist daarom is er assetmanagement. Dan hoeven we niet na te denken over het echte probleem, maar gaan we meteen maar halsoverkop zaken oplossen. Zonder de kern aan te pakken: het feit dat we in Nederland op veel gebieden en dus ook in het waterbeheer weleens wat teveel neigen om te kiezen voor de mening van de meerderheid, ook in die gevallen waar vervolgens de beste oplossing het onderspit delft. 

En toch is assetmanagement best nuttig. Maar dan moeten we de term wel naar onze eigen hand zetten. Want dat is natuurlijk wat iedereen die een nieuwe populaire theorie omarmt doet; de theorie naar zijn hand zetten zodat hij of zij er zo goed mogelijk mee uit de verf komt. En als het even kan de term bij gaat dragen aan de weg die hij of zij toch al op aan het gaan was. In plaats van een nieuwe weg in te slaan, wat natuurlijk in waterbeheerdersland hoognodig is. 

Laten we daarom van de gelegenheid gebruik maken vandaag onze eigen definitie van assetmanagement te maken. En deze definitie zo goed mogelijk te gebruiken in ons eigen voordeel: om te zorgen dat overal waar ook maar enigszins mogelijk natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. Waarom? Omdat een natuurlijke oever mooier is dan een kunstmatige oever. Omdat een natuurvriendelijke oever vaak goedkoper is dan een conventionele oever. Omdat het milieu er voordelen van heeft. Of bijvoorbeeld omdat we misschien wel een grote blinde vlek hebben gehad al die voorbije jaren voor 

mogelijkheden als ecologisch verantwoorde groen-blauw-rode aders door het Groene Hart. Met andere woorden natuurvriendelijke oevers gecombineerd met ecologisch verantwoorde woningbouw in een tot op heden misschien wat te angstvallig uitsluitend voor de agribusiness en enkele dorpsbewoners gereserveerd gebied. Kortom: blinde vlekken zijn er om nader bekeken te worden. 

En ja, de eerste discussie over definities dringt zich inmiddels al aan ons op: want wat is eigenlijk een natuuroever, wat een natuurvriendelijke oever en wat is dan een vrij meanderende oever? Een vraag die dient als bron van discussies, opdrachten, handboeken, definitiestudies en afstudeerstages. 

Maar laten we proberen het simpel te houden. Optimaal assetmanagement in het kader van NVO’s is natuurlijk gewoon zorgen voor een zo optimaal mogelijk proces van beleid, ontwerp, aanleg en beheer van groene oevers. 

Maar wat is dan zo optimaal mogelijk? Is dat zo goedkoop mogelijk? Of zo sterk mogelijk? Zo natuurlijk mogelijk? Dienen plantjes of diertjes of zowel plantjes als diertjes zich prettig te voelen in zo’n oever? Dienen misschien zelfs maatschappelijke of milieu-problemen met de aanleg van natuuroevers opgelost te worden? De vraag stellen is ‘em beantwoorden: die vraag is natuurlijk iedere keer weer situatie-afhankelijk. Iedere keer wanneer je het als beheerder voor elkaar hebt dat een groene oever wordt aangelegd ga je, als het goed is, drie dingen doen: 

1. Op zoek naar het optimale, dat wil zeggen integrale en duurzame ontwerp 

2. Op zoek naar de optimale wijze van aanleg, met oog voor de eco-en geohydrologie ter plaatse 

3. Op zoek naar een optimaal, ecologisch verantwoord beheer 

Voor diegenen onder ons die denken ‘maar daar zijn toch standaard regels voor?’, ‘regels die overal en altijd toepasbaar zijn?’ voor diegenen heb ik helaas slecht nieuws: iedere keer dat er gekozen wordt voor de aanleg van een NVO zal een persoon (sommigen noemen deze persoon graag assetmanager) de randvoorwaarden moeten bepalen door middel van kennis en verkregen inzicht. Uiteraard in uitgebreide afstemming met de ‘ketenpartners’ (zoals assetmanagement je netwerk noemt) maar de eindverantwoordelijkheid voor een optimale NVO ligt altijd bij een fysieke persoon, een mens dus, en wel één met kennis gekoppeld aan inzicht en dus niet bij regels, een handboek of abstracte zaken als ‘de politiek’ of ‘beleid’. Beheer is een vak, een vak dat de assetmanager als geen ander verstaat. 

Sterker nog: regels dragen niet altijd positief bij aan optimaal assetmanagement, ook niet in het geval van de aanleg van NVO’s. Zonder individuen die verder kijken dan handboeken en rekenregels stopt die aanleg van NVO’s misschien zelfs wel… net als innovatie in het algemeen. 

Hoewel het natuurlijk de vraag is in hoeverre innovatie nodig is, terug naar het verleden, waarin rivieren vrij meanderden en de Randstad gewoon een estuarium van de Rijn en haar neventakken was, is natuurlijk veel aantrekkelijker. 

Maar even terug naar onze inmiddels netjes volgens de regels aangeharkte Delta. Met haar nieuwe Deltaplan wat als een niet te stoppen Fyra-trein over ons uitgerold zal 

worden. Er wordt wel eens wat lacherig gedaan over het zogenaamde out of the box denken. Maar niets zo belangrijk als iedere keer, locatie-afhankelijk (en dus niet afhankelijk van politieke besluitvorming) de juiste keus te maken voor de optimale oever. Out of the box denken is daarbij onmisbaar. Anders ga je misschien aan het feit voorbij dat dat ook kan betekenen dat we objectief gezien eigenlijk helemaal niets aan die oever hoeven te doen, bijvoorbeeld omdat het al een optimale en groene oever is. Dat scheelt weer wat belastinggeld in deze tijden van crisis. 

De dreiging van het water en de nijvere instelling van de Nederlander maken het voor de gemiddelde Nederlandse waterbeheerder echter soms buitengewoon lastig om de natuur zijn gang te laten gaan met een oever. Maar gelooft u mij maar: dat is waar het naartoe moet. Terug naar het verleden dus. En toch is het ontegenzeggelijk vooruitgang. Tegenstrijdig eigenlijk. 

In Nederland kijken we nog wel eens wat te veel naar de economie en de harde kant van infrastructuur, ook als die infrastructuur bestaat uit water. Water voor transport van goederen, voor afvoer van water naar zee, voor de landbouw of als bron voor ons drinkwater. Terwijl niet alleen waterschappen belang hebben bij schoner water. Ook de vele wateren die door gemeentes, provincies en rijk worden beheerd dienen integraal beheerd te worden, zodat waar mogelijk geld wordt bespaard door minder te doen of slimmer te onderhouden. Al die miljoenen bijvoorbeeld die waterschappen in baggeren stoppen en vervolgens vanwege het als gevolg van het uitdiepen instabiel worden van het natuurlijke onderwater-talud weer ettelijke miljoenen die in de aanleg van stalen damwanden (tot op de pleistocene zandlaag) of enorme dijken wordt gestopt (vanwege diezelfde rekenregels). Dat is niet alleen zonde van het geld: het is ook niet goed te verkopen in een wereld waarin integraal beheer, optimaal assetmanagement en zuinig omgaan met belastinggeld voor iedereen de normaalste zaak van de wereld is of zou moeten zijn. 

Voor het vreemde verschijnsel dat onze landbouw met name in het westen van het land met grote hoeveelheden gif het water enorm aan het vervuilen is ter meerdere eer en glorie van de export geldt hetzelfde; achterhaald in het kader van integraal en duurzaam waterbeheer, maar aanpakken door na te denken over creatieve maar simpele oplossingen lukt ons maar moeilijk. Onderzoek na onderzoek en het aanpassen van bestaande of bedenken van nieuwe, en vaak dure, regels ligt ons van nature veel beter. 

Wat we vooral wel moeten blijven doen, assetmanagement of niet, is informatie uitwisselen over de meest optimale manier om ons water te beheren. De moderne tijd geeft ons daar de meest optimale handvatten voor. Inmiddels is er voor wat betreft het platform natuurvriendelijke oevers naast de linkedin platform-groep bijvoorbeeld ook een website (natuurvriendelijkeoevers.stowa.nl) waar iedereen die dat wil informatie kan uitwisselen die kan leiden tot meer kennis en inzicht in optimaal assetmanagement voor steeds natuurlijker en dus schoner, mooier water – onder meer door de aanleg van natuurvriendelijke oevers. 

Veel meer dan rekenregels is dat - denk ik - waar wij behoefte aan hebben: informatie-uitwisseling. 

En ondertussen gaat de stuurgroep van het platform door met nieuwe ideeën die naast de website zullen ontstaan of als uitvloeisel van website, excursies of discussiemiddagen 

op komen borrelen. Vandaag is bijvoorbeeld de aftrap gegeven voor een speerpunt van het platform de komende jaren: groen blauwe aders in stedelijke gebieden. Diverse overheden en bedrijven zijn daar momenteel druk over aan het nadenken. Wij als platform kunnen hier als onafhankelijke kennis en netwerkgroep de richting en verbreding aan geven die het kan gebruiken. Door met een open vizier te gaan voor optimaal beheer van ons water, en dus voor optimaal assetmanagement - volgens onze eigen definitie. 

Ik dank u voor uw aandacht, hoop dat deze dag u gebracht heeft of nog gaat brengen wat u er van verwachtte en zie u graag tijdens de borrel of een volgende gelegenheid. 

J. Mekkes