Populicide
24 07 2023
Bijgewerkt: 4-1-2024
Populisme, het luisteren naar de wens van het volk, is hèt kenmerk van een echte democratie - als het ook betekent het luisteren naar de democratische meerderheid.
Maar tegenwoordig wordt het volk monddood gemaakt, doordat kandidaat-volksvertegenwoordigers niet worden gekozen door een meerderheid van het volk uit het land waar ze wonen, maar worden uitverkoren door een kleine partijelite.
Natuurlijk is waardering door 'de massa' geen garantie voor een staatsman - maar het is wel een noodzakelijke voorwaarde om een staatsman te kunnen worden. Want in een echte democratie; een libertaire democratie van onderop, van, voor en door het volk, zijn dìegenen verkiesbaar die met hun programma een meerderheid van de kiesgerechtigden achter zich weten te verenigen.
Daarbij wordt een staatsman in de zin van een Groot Man; een gewone man die ongewone dingen doet en zich daarbij groots gedraagt - ook zonder daartoe uitsluitend door geboorte of een machtige elite in staat gesteld te zijn - gecreëerd door het lot en de tijdgeest, doordat hij onder invloed van lot en tijdgeest boven zichzelf uitstijgt. Een democratische meerderheid, het lot en de tijdgeest creëren een Groot Man in de politiek. En zo'n Groot Man ontstaat natuurlijk op een hele andere manier dan de eerste de beste middelmatige politicus die wordt uitverkoren door een kleine partijelite. Het begrip Groot Man is in het Nederlandse taalgebied dan ook nauwelijks bekend en afkomstig van de Franse versie van het begrip 'Grand Homme'.
Politieke ritselaars zoals de Nederlandse Mark Rutte of zijn Franse tegenhanger Macron, kunnen zonder rampen als een epidemie of een (burger)oorlog met geen mogelijkheid een Grand Homme worden. Een levensgroot gevaar van dergelijke politici is dan ook dat hun politieke leven alleen 'succesvol' kan worden wanneer ze leiding mogen geven aan een land (of een organisatie als de NATO) ten tijde van al dan niet door hen zelf gecreëerde rampen voor dat land of die organisatie. In dat licht is de recente oproep van Mark Rutte aan Europeanen om zich voor te bereiden op een oorlog met Rusland te zien als een makkelijke reclameboodschap voor het eigen ego.
Multimiljonair Zelensky is een ander goed voorbeeld om het begrip Grand Homme uit te leggen. Speelde hij voor de oorlog nog piano met zijn geslachtsdeel op de Oekraïense televisie - sinds de oorlog is Zelensky ondanks zichzelf uitgegroeid tot meer dan zichzelf doordat hij zijn land dapper leidt tegen het Russische imperialisme.
Maar westerse politici die Zelensky door dik en dun steunen en Poetin als weinig anders haten zijn helaas niet groot genoeg om te begrijpen dat diplomatie en vredesonderhandelingen uiteindelijk een betere optie zijn dan een populicide op honderdduizenden Russen en Oekraïners die als kanonnenvoer sterven voor de behoefte aan lebensraum van Rusland en de VS. Want oorlogen worden voorkomen door diplomatie en beëindigd met vredesonderhandelingen. Zie daar het belang van een goed corps diplomatique. Vandaar dus misschien dat de kleine man en derhalve inmiddels politiek geheel vleugellamme Macron het Franse corps diplomatique, ooit het op één na grootste ter wereld, tijdens zijn regeerperiode vrijwel volledig heeft ontmanteld, waardoor Frankrijk tegenwoordig niet meer het toch zo noodzakelijke diplomatieke tegenwicht kan bieden aan het imperialisme van landen als Amerika, Rusland, China en, niet te vergeten, de EU.
De populicide wordt door de wereldwijde liberale oligarchie, jaarlijks verzameld op het World Economic Forum in Davos, op allerlei manieren vormgegeven. In Oekraïne worden gewone Russen en Oekraïners dagelijks bij bosjes opgeofferd aan het imperialisme van Amerika, Rusland en de EU.
In onze suboptimale democratie worden gewone burgers monddood gemaakt ter ere van de grillen van een kleine partij-elite en in de media nemen kleine mannen als de Nederlandse Sander Schimmelpenninck de gewone man vanuit hun veilige ivoren toren in de kwaliteitsmedia dagelijks genadeloos onder vuur, in een sluipende versie van populicide.
Populicide is dan ook een woord dat wordt gebruikt om het effect van de liberale ideologie (van een deel van rechts èn links) op de gewone burger te omschrijven. Oorspronkelijk was het een neologisme dat Gracchus Babeuf gebruikte om de 18-de eeuwse genocide door Jakobijnen op Girondijnen in de Franse Vendée te omschrijven.
De ironie wil dat Babeuf zijn voornaam koos vanwege zijn enthousiasme voor de Romeinse broers Gracchus; die zich in het oude Romeinse rijk en meer in het bijzonder in Etrurië als tribuun van het volk hebben ingezet voor de verdeling van veroverd land onder de plebejers. De broers Gracchus kwamen daarmee in opstand tegen de Romeinse patriciërs.
Misschien moet het deel van links en rechts dat de politieke erfgenaam is van de minder florissante aspecten van de Franse revolutie eens gaan nadenken wat de voordelen zijn als een tribuun van het volk, gedragen door een èchte democratische meerderheid, ook in onze contreien weer zou kunnen opstaan voor dat volk.
Want voortdurend met het schuim op de kaken blijven ageren tegen iedereen die het niet met je eens is, door stemmers op rechts-conservatieve politici ‘domrechts’ te noemen en die rechts-conservatieven zelf ‘populisten’ of ‘fascisten’, is weinig meer dan een slechte dekmantel voor een moderne populicide, die net als tijdens de Franse revolutie ook nu voorkomen kan worden met de Girondijnse variant van democratie; een libertaire democratie van onderop - van, voor en door het volk.
J. Mekkes